Met het vertrek van Hideo Kojima bij Konami, kwam formeel een einde aan de Metal Gear reeks… en die pijn voel ik nog steeds.Dit najaar werd het tijd voor mij om een PS4 aan te schaffen. Want Death Stranding zet de waanzinnige wereld van Hideo voort op de engine van ons Nederlandse Guerrilla Games.
De review, de uitdaging op zich
Als reviewer heb ik bij games altijd te intentie om de verhaallijn helemaal uit te spelen voor ik een review schrijf. Dat lukt niet altijd. Immers, we willen een review doorgaans met een week op kunnen leveren voor jullie en eerlijk waar, publishers verwachten ook vlot de review. Het leven van een reviewer gaat niet altijd over rozen 😉. Bij de release van Death Stranding ging het net even anders. Sony vroeg reviewers de game eerst uit te spelen alvorens de review te plaatsen. De release van de game was op 8 november en je merkt het, wij zijn één van de titels die re review dus niet op 8 november hebben live gezet. Sterker nog, met alle andere reviews die er ook nog voor de feestdagen uit moesten, was het echt even peentjes zweten om uren vrij te maken voor Death Stranding. Maar in deze review lees je dat de game het ook echt allemaal waard was. Wat een ervaring!
Hideo Kojima’s open wereld
Wat Quentin Tarantino is voor films, is Hideo Kojima voor games. Je moet van zijn genre houden, maar als je van zijn genre houdt, dan neemt hij je mee in zijn f*cked up little world. In Metal Gear was dat een wereld waar militaire simulatie met een uitdagende AI botste met pure horrorscenario’s. Niet dat overdreven misvormde gedoe van Resident Evil, maar meer op het gebied van het paranormale.
Met het vertrek bij Konami, kon Hideo natuurlijk niet exact hetzelfde gaan doen onder de vleugels van Sony. Daarom kwam hij met de game Death Stranding. Een game die afspeelt in een dystopische wereld, waarbij de hoofdrolspeler wel kan springen (ja, dat was het enige gemis bij Metal Gear).
Na een prachtige intro, plaatst Hideo ons in een wereld die totaal naar de knoppen is. Waar dood en leven elkaar kruizen. Sterker nog, met elkaar in gevecht zijn. Waar de natuur de grootste vijand van de mens is. Want een beetje regen is wel lekker, maar niet als de regen een tijdregen is. Een regen die alles dat het aanraakt, direct laat verouderen. En dan zijn er nog de BT’s (beach things). Wezens die in eerste instantie onzichtbaar zijn. Alsof ze in een totaal andere dimensie leven. Maar die je bij aanraking wel de dood in sleuren.
De mensen die er nog zijn, hebben zich verscholen in steden. Steden die bescherming bieden tegen de regen en tegen de BT’s. De steden in Death Stranding heten KNOTs. Oftewel, knopen. Hier kun je de spullen die je moet bezorgen en onderweg vindt, weer verkopen. Op basis van hoe onbeschadigd ze zijn, krijg je jouw beloning. Bovendien ontstaat zo ook jouw status. Die weer wordt weergegeven met een soort van Likes.
De wereld is zo waanzinnig, dat Hideo er twee uur voor uittrekt om jou als speler uit te leggen in welke ellende je je begeeft. Waarom je bijvoorbeeld met doodgeboren baby’s moet overleven. Deze baby’s zitten in speciale kastjes die je bij je draagt. Ze waarschuwen je voor alles dat komen gaat, maar delen ook herinneringen met je… en waarom je steeds moet pissen…
Je speelt namelijk de rol van Sam Porter Bridges. Een naam die meer functioneel is dan je zou denken. Sam is namelijk iemand die spullen van de ene naar de andere locatie brengt en daarmee de gevaren buiten de steden opzoekt en moet zien te overleven.
Die wereld is trouwens ook echt fantastisch vormgegeven. De mens is duidelijk al heel lang niet meer in de natuur te vinden waardoor de natuur de wereld teruggenomen heeft. En dat levert werkelijk fantastische landschappen op. Landschappen waarvan ik lichtelijk verbaasd ben dat de PS4 deze met voldoende hoge framerate kan neerzetten.
Die regen die alles doet verouderen, heeft ook direct effect op de natuur. Je ziet planten sterven, maar je ziet ze ook in rap tempo groeien. Loop je regelmatig over hetzelfde stukje, dan heeft de beplanting daar onder te leiden en zal deze ook niet zo snel meer terug groeien. Er ontstaat dan een pad.
Terwijl je door de wereld loopt, kom je regelmatig verloren goederen tegen. Deze kun je allemaal toevoegen aan jouw rugzak, die steeds zwaarder zal worden. Hierdoor moet je als speler steeds vaker je evenwicht zoeken. Hoe vaker je valt, hoe meer de goederen beschadigen en hoe lager jouw beloning. Zeker wanneer je ook nog wapens, ladders en klimtouwen meeneemt om op lastige plekken te komen. De reis is duidelijk belangrijker dan het doel.
Die reis is in eerste instantie vooral iets dat je lopend doet. Later kun je jouw routes professionaliseren. Er zijn, weliswaar beperkt, voertuigen beschikbaar in de game. De landschappen zijn ook erg divers. Van graslanden tot besneeuwde bergtoppen. Je komt alles tegen. Alles om je hoofddoel, het verbinden van steden, te bereiken.
Mooi is dat je niet (helemaal) alleen bent in de wereld van Death Stranding. Spelers kunnen aanmoedigingen voor elkaar achterlaten, maar ook handige zaken. Bijvoorbeeld een touw. Achtergelaten op een piek die je zonder touw niet gaat halen.
Sony heeft Hideo ook de ruimte genomen om bekende gezichten in de game te verwerken. De bekendste is die van hoofdrolspeler Norman Redus. Die we vooral kennen van The Walking Dead, maar die ook steeds vaker in andere films en series begint op te duiken. Zijn verschijning in death Stranding is niet heel anders dan in The Walking Dead waardoor je gemakkelijk in zijn rol kruipt. Zijn leven is ook bizar. Hij draagt een ziekte bij zich waardoor hij ook echt op de rand tussen leven en door kan balanceren. Hierdoor heeft hij een nog hechtere band met de babies in deze wereld.
Conclusie: Death Stranding
En nu, een kleine 1.000 woorden verder, wordt het tijd voor mij om mijn oordeel te geven. En dat is een uitdaging op zich. Niet iedereen zal dit genre waarderen. Maar heb je iets met eerdere Hideo games. Of zoek je iets als Final Fantasy, maar dan gruwelijker en met spannendere gevechten? Dan zit je bij Death Stranding helemaal goed. Dit is geen spel. Dit is een ervaring!