Ze hebben er twee jaar over gedaan, maar dan is er ook iets bijzonders. Huawei lanceerde deze week haar vlaggenschip P60 series in China. Bijzonder is dat de Pro een compleet afwijkend camera-eiland heeft meegekregen ten opzichte van de andere twee modellen. Uiteindelijk is het de camera die pas echt opvalt.
Hoewel Huawei al lang geen deal meer met Leica heeft, immers zijn die naar Xiaomi verschoven, zet het merk nog altijd in op fotografie. Dat is niet raar want de fotomerken zijn doorgaans niet veel meer dan een licentieovereenkomst met wat softwarematige aanpassingen. Uiteindelijk gaat het om goede lenzen, beeldsensoren en beeldprocessors.
Dit zien we met name terug in het duurste model, de Huawei P60 Art. Die krijgt naast dezelfde primaire 48 megapixel camera die in de hele serie zit, ook een 140 megapixel groothoekcamera. Daarmee blijft Huawei onder het formaat van de 200 megapixel van Samsung zitten, maar mogelijk met een Sony camera. Ook komt het toestel met een 48 megapixel telelens erop.
Dat Huawei nog altijd moeilijk aan chips komt zien we ook terug in de toestellen. Huawei houdt het nog bij de Qualcomm Snapdragon 8 Gen 1 4G chipset die inmiddels al vervangen is bij andere merken in de markt. Dit heeft ook wat gevolgen voor het opladen dat nog met 88 Watt gebeurt, waar andere merken hard werken aan 100 Watt of sneller. Voor deze beide argumenten moeten we vanuit de redactie wel stellen dat we versnelling eigenlijk niet zo voelbaar meer vinden. De chipset en laden op 88 Watt zijn nog altijd bloedsnel.
De toestellen draaien in plaats van Android op HarmonyOS 3.1. Het ontbreekt dan ook weer aan Google Mobile Services, waardoor het app aanbod wat beperkt is ten opzichte van Android.