Apple moet komende generaties harder gaan werken om echt nog onderscheid te gaan maken met haar iPhone hardware. Hoewel goed, is het de laatste generaties ver te zoeken als het om innovatie gaat. Of zelfs het gevoel te krijgen dat het design echt nog vernieuwend is. Maar dat lijkt te komen op het gebied van camera’s.
Hoewel de iPhone nog steeds geen gebogen of opvouwbaar display krijgt, of enorme batterij, komt er een variabel diafragma in de lens van de iPhone 18 Pro. Als we vaste lekker Ming-Chi Kuo mogen geloven. Een variabel diafragma maakt het mogelijk om onscherpe achtergronden niet langer te berekenen, maar om ze echt onscherp te maken zoals bij professionele fotografie. Hoewel het geen schokkend verschil zal maken, is het wel een bijzondere ontwikkeling. De lamellen van het diafragma moeten namelijk op enorm kleine schaal ontwikkeld worden. Doordat het een mechanisch onderdeel is, loopt Apple ook meer risico in het garantieproces. Zo kan de smering van de lamellen onder temperatuurverschillen bijvoorbeeld stroperig worden. Iets dat ik bij mijn Tamron lenzen weleens heb ervaren bij verre reizen. Dat soort storingen kunnen in dure reparaties resulteren.