Ooit was er geen twijfel bij consumenten. Wilde je een top PC, dan kocht je er één met ‘Intel Inside’. Vooral in de tijd van de Pentium maakte het bedrijf furore. Langzaamaan begonnen bedrijven als AMD aan de omzet van Intel te knabbelen, maar het bleven de B-keuzes in het werkveld.
Zo’n 15 jaar geleden veranderde dat. Intel maakte naast processors ook SSD’s en Modems. Die takken werden over de afgelopen jaren afgestoten omdat intel met die halfgeleiders niet meer kon concurreren. De markt was namelijk flink veranderd.
AMD had nieuwe technologie ontwikkeld, waardoor haar processors voor zakelijk- en servergebruik veel interessanter werden. Bovendien wisten gamers ook de route naar AMD te vinden omdat Radeon inmiddels was overgenomen en de CPU’s en GPU’s van AMD beter konden samenwerken dan die van Intel. Sterker nog, de laatste jaren kwam Intel ineens met eigen GPU’s in plaats van dat het meer de samenwerking zocht met bijvoorbeeld Nvidia… maar Nvidia probeerde niet al te lang geleden door Intel concurrent ARM te kopen om zo de CPU-markt in te stappen.
De mobiele markt werd lang genegeerd door Intel. Met de komst van Android, kwam Intel wel een tijdje met mobiele chipsets. Die werden vooral in Android smartphones van merken als Acer geplaatst. Dat waren al traditionele partners van Intel, maar die hadden eigenlijk geen marktaandeel in de smartphonemarkt.
De smartphonemarkt werd dan ook al snel verloren aan ARM processors op de chipsets van Qualcomm en MediaTek. Want waar Intel de CPU en de hele chipset bouwde, was ARM alleen sterk in CPU-processorkernen en waren het Qualcomm uit de VS en MediaTek uit China die de rest van de chipset ontwikkelden. Overigens deden Samsung (exynos) en Apple dat ook met ARM rekenkernen. Dat was een enorme markt waar Intel gewoonweg geen antwoord meer op had.
In september liet Intel weten dat het voorlopig de bouwplannen voor haar chipfabriek in Duitsland ging uitstellen. Tegelijkertijd kondigde Intel aan haar fabrieken en ontwerpafdelingen van elkaar te splitsen om zo haar productiecapaciteit aan concurrenten te kunnen verhuren. Daarmee zou het niet langer afhankelijk zijn van haar eigen ontwerpsucces. Een misschien wel heel verstandige zet.
Het gros van de patenten in processorontwerp ligt natuurlijk bij die ontwerpafdeling van Intel. Net al dat daar de aandelen lagen die Intel zelf bezat in concurrent ARM. Maar die aandelen zijn nu zo goed als verkocht om een miljardenverlies op te vangen.
Inmiddels heeft Qualcomm interesse in Intel omdat het bedrijf minder dan 100 miljard waard is. Qualcomm is een groot afnemer van Intel patenten en kan zelf ook de productiekwaliteit gebruiken om mobiele chipsets te produceren. Qualcomm heeft haar ARM gebaseerde chipsets inmiddels namelijk ook voor pc-gebruikers geschikt gemaakt en Microsoft heeft al een speciale Windows 11 editie voor die chipsets uitgebracht. Bovendien heeft Qualcomm al extreem veel ervaring in de productie van GPU’s met haar Adreno technologie, waar Intel nog maar net die druk bevochte markt in is gestapt. Een overname van Intel door Qualcomm zou het einde van Intel in kunnen luiden, maar het begin van een nog dominantere positie van het Amerikaanse Qualcomm dat hiermee haar Chinese concurrenten verder buiten spel kan plaatsen. En dat is goed nieuws voor de Amerikaanse wereldpolitiek.